Ingezonden Brief NVO
Geachte heer Bok, geachte directie van de NVO,
Geschrokken en teleurgesteld, dat zijn de eerste twee woorden die bij mij opkomen als ik het nieuwe NVO bulletin, nr 5 jaargang 14, lees. En dan vooral om de bijdrage van Hanny Giesbers, Chris Struiksma en Leon Henkens met betrekking tot dyslexie. En om het ontbreken van een reactie van de directie van het NVO als orgaan dat al haar leden dient te vertegenwoordigen.
Voor de zomer is er een congres geweest van het NVO en het NIP, over de vele dyslexieverklaringen in het VO. Er is gesproken over wat de aanwezigen verstaan onder het criterium van ernst, wat men verstaat onder hardnekkig, maar ook over het hoge percentage zelf, etc.
Binnen het werkveld zelf bestaat er veel discussie over beide criteria. Wat de één ernstig vindt, vindt de ander wel meevallen. Dit waren vooral GZ-psychologen, K&J Psychologen en Orthopedagogen Generalisten. Het feit dat de één andere criteria gebruikt dan de ander, betekent ook dat de ene persoon wel een diagnose zou stellen, terwijl de andere persoon de diagnose niet zou stellen. Met andere woorden, zij worden het al niet eens over het stellen van een diagnose dyslexie!
Ook bleek op de conferentie dat de mensen in het werkveld niet tevreden zijn met de meetinstrumenten die beschikbaar zijn om dyslexie vast te stellen. Dit geldt helemaal voor het voortgezet onderwijs. Deze instrumenten worden als ontoereikend aangemerkt.
Ook is er gesproken over het percentage eindexamenleerlingen die een dyslexieverklaring hebben. Als mogelijke verklaring is genoemd dat er in de eindexamenklas wellicht een hoger percentage leerlingen is met een dyslexieverklaring, omdat er relatief meer leerlingen met een verklaring een herexamen doen. Een tweede verklaring is dat er ook sprake kan zijn van lichte dyslexie en geen ernstige enkelvoudige dyslexie. Tenslotte is er gesproken over de vele comorbide dyslexie.
Het lijkt er op dat de mensen die de reacties in het NVO bulletin hebben geschreven, niet aanwezig waren tijdens het congres. Zo spreekt de heer Henkens over 3 tot 5 % van de leerlingen die dyslexie hebben, terwijl we allemaal weten dat het hier enkel om de ernstige, enkelvoudige dyslexie gaat. In werkelijkheid zijn er veel meer kinderen met een, soms lichte, mate van dyslexie. Dit is aan de orde geweest tijdens het congres.
Ook spreekt de heer Henkens over het feit dat alleen GZ psychologen en orthopedagoog generalisten gekwalificeerd moeten zijn om een dyslexieverklaring af te geven. Ook hier hebben we over gesproken tijdens het congres. Gelukkig stelt mevrouw Giesbers in haar bijdrage aan het artikel dat niet elke GZ psycholoog bekwaam genoeg is om dyslexie vast te stellen. Laten we vooral niet doen alsof het behalen van een post academische opleiding automatisch bekwaamheid voor het afgeven van een dyslexieverklaring betekent. Net zoals het niet hebben van de registratie niet automatisch betekent dat je niet bekwaam genoeg bent.
Naar mijn idee draait het om werkervaring onder supervisie, onderbouwt met wetenschappelijk gevolgd onderwijs. Het zou fijn zijn als het NVO ook eens openlijk standpunt wil innemen rondom deze discussie. Binnen de ledengroep van de NVO en NIPzijn voldoende orthopedagogen en psychologen te vinden zonder generalistenregistratie of GZ-titel, die heel goed weten wat ze doen rondom de dyslexiezorg. Het stellen van een diagnose is bovendien geen wettelijk voorbehouden handeling aan GZ-psychologen. De kwalificatie van de heer Henkens heeft derhalve geen wettelijke grondslag.
Ook zijn er GZ-psychologen en orthopedagoog generalisten die niet weten wat ze doen. De registratie op zich zou geen meting moeten zijn over het wel of niet mogen uitvoeren van een dyslexieonderzoek, maar de kwaliteit van het onderzoek wel! Waarom geen visitatiecommissie, zoals het KD hanteert, om kwaliteit te waarborgen?
Voor mijzelf sprekend: ik heb jarenlang bij Tom Braams gewerkt. Ik heb van hem supervisie gehad over de diagnostiek die ik uitvoerde. Laatst sprak ik een collega, die haar GZ registratie heeft gehaald. Ik vroeg haar of zij nu meer kennis over dyslexie heeft dan ik, met andere woorden: heb je meer over dyslexie geleerd in je opleiding dan tijdens je werk? Nee, was haar antwoord. Ik heb meer geleerd van mijn werken onder supervisie. Het kleine stukje dyslexie dat tijdens de studie werd behandeld, wist ik allemaal al.
Ik mis in het NVO bulletin een bijdrage van de NVO zelf, waarin kanttekeningen geplaatst worden bij de drie artikelen. Waar, vanuit de opbrengst van het eigen congres nogmaals een samenvatting wordt gegeven van de stand van zaken. Waarin getallen, zoals 3-5%, gecorrigeerd worden, want die doen ons als beroepsgroep zeker geen goed. Ook een editorial over de wettelijke grondslag rond het stellen van diagnoses e.d. zou zeker toegevoegd moeten worden.
Daarnaast maak ik mij nog steeds zorgen over het register dat het NVO hanteert, met betrekking tot dyslexie. Het deskundigenbestand staat namelijk alleen open voor leden met een aanvullende registratie. U begrijpt, na het lezen van mijn brief, mijn bezwaar.
Hoogachtend
Drs. Lenneke Kapitein
Basis orthopedagoog met diagnostiek aantekening